Tour & Taxis Brussels
20 & 21 mei 2026

A@W Newsletter

Sporen nalaten in een mannenwereld

7 april 2022

Vrouwelijke architecten zijn in opmars. Hoewel zij nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende functies kun je niet langer over het hoofd zien dat anno 2022 al meer dan de helft van de studenten vrouwen zijn. Zij veroveren ruimtes, gebouwen en hele steden voor zichzelf.

 

Het duurde een lange tijd, kostte veel bloed, zweet en tranen en er moesten flink wat teleurstellingen doorgespoeld worden voor vrouwelijke architecten eindelijk de erkenning en het respect kregen die hen vandaag worden toegekend. Dit werd bereikt door pioniers als Waltraud Blauensteiner, Martha Bolldorf-Reitstätter, Ella Briggs, Friedl Dicker, Hermine Frühwirth, Helen Koller-Buchwieser, Leonie Pilewski-Karlsson, Eugenie Pippal-Kottnig, Lionore Regnier-Perin, Helene Roth, Lilia Skala, Rosa Weiser en Liane Zimbler, die allemaal tussen 1880 en 1920 werden geboren en die een nieuwe categorie van beroepsvrouwen lieten ontstaan. Zij drongen op verschillende manieren het domein der mannen binnen en wonnen de achting van hun mannelijke collega's. Er waren veel vrouwelijke architecten die het waard waren om over te schrijven, hun professionele loopbaan te onderzoeken en meer te weten te komen over hun manier van denken.

 

Als representatief voorbeeld (in 2022 gaat onze artikelenreeks helemaal over architectuur die door vrouwen is gemaakt) kozen wij vier markante persoonlijkheden uit, die in het recente verleden, het heden en de nabije toekomst weer voor het voetlicht stonden, staan of zullen staan. In de diverse edities van onze maandelijkse nieuwsbrief van dit jaar presenteren we interessante, internationale projecten, die een nieuw, spannend en misschien voor sommigen nog onbekend beeld schetsen van de levendige vrouwelijke architectuurscene.

 


Eileen Gray's E.1027 in Cap Martin in Roquebrune: de villa werd door de Cap Modern Association nieuw leven ingeblazen dankzij haar met gevoel uitgevoerde restauratie in de oorspronkelijke staat. Foto: © Manuel Bougot

 

Eén zaak moeten we duidelijk stellen van bij het begin. Hoewel deze vrouwen opgroeiden in verschillende regio's van de wereld, ontdek je veel overeenkomsten. Niet alleen groeiden ze stuk voor stuk op in economisch goede tot zeer bevoorrechte omstandigheden, maar beschouwden ze ook altijd het exterieur en het interieur als één geheel. Misschien beantwoorden ze enerzijds zelfs aan een hardnekkig cliché dat vrouwen graag als de ‘betere’ interieurontwerpers ziet. Anderzijds klopten zij ook op onontdekte deuren of draaiden ze misschien zelfs sluizen open, wat latere of hedendaagse generaties van mannelijke architecten dichter bij het yin en yang van het beroep bracht.

 


Eileen Gray benutte haar bijzonder grote planningsvaardigheid tot op elke centimeter perfect, zodat anderen ten volle tot hun recht komen. Het is een briljant begrip van ruimte, waar zelfs Le Corbusier jaloers op zou zijn. Foto: © Manuel Bougot

 

Onze reis begint in 1878, in Wessex (Ierland), waar Eileen Gray ter wereld komt. Op 20-jarige leeftijd vat zij studies aan in de Slade School of Art in Londen, een van de meest prestigieuze kunstscholen van Engeland, en belandt ze uiteindelijk in Parijs. Daar zet zij haar studies verder aan de École Colarussi en de Académie Julian.

 

Al snel begint Gray haar eigen meubelontwerpen te maken en door de kennismaking met de uitgever van L'Architecture Vivante, Jean Badovici, maakt zij kennis met grote architecten als Gerrit Rietveld en Le Corbusier. Nadat ze al enige bekendheid heeft verworven met haar meubelontwerpen wordt ze door Badovici overgehaald om zich ook aan de architectuur te wagen.

 

Vanaf 1925 begint ze aan de kust van de Franse Rivièra met de bouw van haar eerste zelfontworpen L-vormige huis, E.1027, waar ze uiteindelijk met haar partner haar intrek in neemt. Dit huis wordt gekenmerkt door een intieme dialoog met de zee en het strand en is een toonbeeld van moderne, maritieme architectuur, die je van binnen versteld doet staan van de slim geplande inbouwmeubels en briljante individuele stukken. Het feit dat een vrouw zoiets kon creëren was een doorn in het oog van Le Corbusier, die heimelijk onder de indruk was. Zijn jaloezie op deze vaardigheid bracht hem tot een fatalistisch actionisme, zoals het beledigen van het eigendom van de buurman aan de hand van een banale hut of het op grote schaal schilderen van de muren van het huis, waartoe hij als vriend van het echtpaar toegang had. Vervolgens verhuist Gray, verlaat ze Badovici en bouwt ze voor zichzelf, niet ver weg, een nieuw huis boven Menton.

 


De meeste meubelklassiekers van Eileen Gray, zoals de Bibendum-fauteuil en de Verstelbare Tafel, die beide ook in Gray's eerste werk voorkwamen, worden nu geproduceerd door Classicon. Foto: © ClassiCon/ Hassos

 

“Om iets te kunnen creëren,  moet je eerst alles in vraag stellen”

- Eileen Gray

  

Met E.1027 creëert Eileen Gray een architecturaal icoon dat met zijn platte dak en hoge ramen ook vandaag nog inspireert. Ze laat de muren opzettelijk wit en verbindt ze nauw met het ingebouwde meubilair. Zo kan al het andere in volle glorie schitteren, zowel de kamer als de beroemde solitaire meubelen zoals de Adjustable Table, haar tapijten of de Bibendum-fauteuil. Na tientallen jaren van wisselen van eigenaar en verval is het gebouw, dat nu eigendom is van de Franse staat, zorgvuldig gerestaureerd door de Cap Modern Association. Die deed dit aan de hand van originele foto's en sinds kort is het opengesteld voor bezoekers die vergast worden op begeleide rondleidingen.

 


De Frankfurter keuken was voor Margarete Schütte-Lihotzky zowel een zegen als een vloek. In 1989 werd de keuken getrouw gereproduceerd in het Museum voor Toegepaste Kunsten van Wenen en maakt ze nu permanent deel uit van de collectie. Foto: ©  MAK / Gerald Zugmann, Georg Mayer

 

De in 1897 geboren Margarete Schütte-Lihotzky gaat In Wenen, op meer dan 1000 kilometer van het idyllische Cap Martin, aan de slag. Zij is de eerste vrouw die studeert aan de K. & K. Kunstgewerbeschule, de voorloper van de huidige Hogeschool voor Toegepaste Kunsten, waar zij kennismaakt met nog niet zo bekende kunstenaars als Josef Hoffmann en Oskar Kokoschka. Er wordt ook de spot met haar gedreven door haar mannelijke collega's, die nooit een vrouw vertrouwen om een huis te bouwen, maar vindt een klaar kijkende en welwillende beschermheer in haar professor Oskar Strnad, die haar in 1917 aanmoedigt om deel te nemen aan een wedstrijd voor arbeiderswoningen, waar ze voor het eerst de smaak van het sociale bouwen te pakken krijgt. Samen met Adolf Loos, en later met Ernst Egli, werkt ze aan woonwijken en ontwikkelt ze standaard behuizingstypes. In 1922, precies 100 jaar geleden, werkt ze mee aan de grote ‘Settlement’ tentoonstellingen. In het begin van de jaren 1930 ontwerpt zij twee rijtjeshuizen voor de Wiener Werkbundsiedlung. Van de 32 architecten is zij de enige vrouw.

 


De twee compacte huizen voor de Wiener Werkbundsiedlung, die Margarete Schütte-Lihotzky als enige vrouw hielp ontwerpen, werden gebouwd op een grondoppervlakte van slechts 35 en 36 vierkante meter. Foto: © Werkbundsiedlung Wien / Martin Gerlach / Wien Museum

 

“Ik had nooit gedacht dat ik treinstations of cultuurpaleizen zou bouwen. Ik wilde architect worden omdat ik mijn steentje wilde bijdragen aan het verlichten van de woonellende”

Margarete Schütte-Lihotzky

 

Haar leven lang heeft ze er moeite mee dat ze altijd met de Frankfurter keuken wordt geassocieerd en wenst ze dat ze die nooit had ontworpen. De keuken wordt beschouwd als het prototype van de moderne inbouwkeuken, met ideeën die ontleend zijn aan de keuken van een restauratiewagen en die gebaseerd is op het besparen van handgrepen en treden. De keuken wordt alles bijeen 12.000 keer in de Frankfurter woonwijken geïnstalleerd.

 

In de loop van haar ook politiek zeer bewogen leven realiseert Schütte-Lihotzky onder meer een kleuterschool, twee gemeenschapsgebouwen, diverse particuliere woningen en een uitgeverijgebouw. Margarete Schütte-Lihotzky is actief tot op zeer hoge leeftijd – ze werd 103 jaar oud – en woont tot het einde in een appartement dat beantwoordt aan haar architecturale idealen. In 2022 wordt het appartement, waarin de eerste Oostenrijkse vrouwelijke architect de laatste 30 jaar van haar leven doorbracht, als museum opengesteld. Dit appartement werd met zijn oorspronkelijke inrichting in de monumentenlijst opgenomen.

 


Casa de Vidro in São Paulo werd ontworpen door Lina Bo Bardi voor haarzelf en haar echtgenoot, die in Brazilië een nieuwe thuis hadden gevonden. Het huis oogstte veel bewondering en zette nieuwe maatstaven. Foto: ©  Instituto Bardi

 

Lina Bo Bardi, toen nog Achillina Bo geheten, wordt geboren in Rome in 1914, midden in de Eerste Wereldoorlog. Als volwassene wordt ze diepgaand beïnvloed door de Tweede Wereldoorlog.

 

Bo Bardi studeert architectuur in haar geboortestad, een opleiding die ze afrondt met een moeder-kind opvangcentrum als eindwerk, en meteen daarna gaat ze in dienst bij de gerespecteerde Milanese architect Giò Ponti, met wie ze een aantal jaren samenwerkt. Spoedig daarna, in 1940, opent zij haar eigen architectenbureau en volgen er zeer moeilijke jaren. Voor Ponti's tijdschrift Domus onderneemt zij een reis door het verwoeste Italië. Deze indrukken moedigden haar aan om samen met echtgenoot Pietro Maria Bardi, die criticus, galeriehouder en journalist was, naar Brazilië te emigreren. Daar begint zij een nieuw leven, ook op het vlak van de architectuur.

 


De Bowl-stoel is het beroemdste meubelstuk van Lina Bo Bardi. Deze stoel wordt vandaag gereproduceerd door de Italiaanse meubelfabrikant Arper en is nog steeds zeer succesvol als klassieker uit de jaren '50 van de vorige eeuw. Foto: ©  Instituto Bardi 

 

“Artistieke vrijheid werd altijd beschouwd als 'individuele' vrijheid. Echte vrijheid bestaat evenwel alleen in het collectief. Het is een vrijheid van sociale verantwoordelijkheid, die in staat is de grenzen van de esthetiek te overstijgen...”

- Lina Bo Bardi

 

Lina Bo Bardi is aanvankelijk zeer succesvol met tentoonstellingen. Nadat ze in contact komt met illustere kringen, waartoe ook Oskar Niemeyer behoort, bouwt ze voor zichzelf in haar nieuwe woonplaats São Paulo het Casa de Vidro, het glazen huis. Daarmee veroorzaakt zij grote opschudding en haalt zij talrijke opdrachten binnen. Hieronder behoren het drijvende Museu de Arte de São Paulo, het sport- en cultuurcentrum Fábrica da Pompéia, de Prefeitura Municipal en de kerk Espirito Santo do Cerrado. Zij ontwerpt ook de interieurs voor sommige van deze gebouwen. Bijzonder gekend en geliefd is haar legendarische Bowl-stoel, een met stof beklede halve bol op een metalen ring. Bijna 30 jaar na haar dood in 1992 wordt haar nu voor haar levenwerk op de Architectuurbiënnale van Venetië de Gouden Leeuw toegekend.

 


Haar architectuur is als een explosie van vormen. Het Heydar Aliyev Centrum in Bakoe, Azerbeidzjan, is slechts een van de vele werken van Zaha Hadid die de principes van statica en zwaartekracht op een extravagante manier lijken op te schorten. Foto: ©  ZHA/ Iwan Baan

 

De vierde in de groep is Zaha Muhammad Hadid, die in 1950 in Bagdad wordt geboren in een welgestelde familie van investeerders. De zeer westers georiënteerde familie biedt de dochter alle kansen en als kind ontwerpt zij al haar eigen meubilair. Ze is niet alleen gefascineerd door haar huis in Bauhaus-stijl, maar ook door Giò Ponti, die het Iraakse Ministerie van Planning bouwde, wat op zijn beurt een replica van de Pirelli-toren in Milaan was. Het verwondert dan ook niet dat ze al op haar elfde besluit architect te worden. Na een korte zijsprong in de wiskunde begint zij in 1972, exact 50 jaar geleden, haar architectuurstudie aan de AA - Architectural Association School in Londen. Haar pleegvaders Rem Koolhaas en Bernard Tschumi, die ook nog heel jong waren, merken al snel op dat ze bijzonder getalenteerd is. Koolhaas neemt haar in dienst in zijn bureau, maar zij besluit zelf als docent aan de AA te gaan werken en richt uiteindelijk in 1980 haar eigen bureau op. Dit bureau runt haar jarenlange compagnon Patrik Schumacher vandaag nog steeds onder haar naam.

 


Ontwerpen als een zuiver spel. Zaha Hadid was altijd geïnspireerd door landschappen en wat de erosie er van maakt. Foto: © ZHA/ Steve Double

 

“Architectuur is als schrijven. Je moet het blijven verfijnen om het er moeiteloos uit te laten zien”

- Zaha Hadid

 

Zaha Hadid boeit verschillende generaties studenten en schaft met haar architectuur de rechte hoek zo goed als af. Lange tijd vecht zij tegen windmolens omdat haar gebouwen ten onrechte worden beschouwd als ‘onbouwbaar’. Pas in 1990 volgt haar echte doorbraak met de Vitra-brandweerkazerne. Daarna komen de phæno in Wolfsburg, de skischans en de Hungerburgbahn in Innsbruck, het BMW-centralegebouw in Leipzig, het London Aquatics Centre, het Guangzhou Opera House, het MAXXI kunstmuseum, het Riverside Museum en tal van andere iconen. Ook op het gebied van design maakt zij naam, waarbij zij uiteraard ook hier trouw blijft aan haar karakteristieke ‘rondingen’. Men zou kunnen beweren dat zij zich hier in de rij van uitzonderlijke vrouwelijke architecten schaart. Eén ding is absoluut uniek: in 2004 is zij de eerste vrouw aan wie de Pritzker Prijs wordt toegekend, bovenop vele andere internationale toponderscheidingen.

 


Het Operahuis van Guangzhou maakt zelf deel uit van de dramaturgie waarvan Zaha Hadid de regisseur is. Hier vind je geen rechte hoeken, schuine wanden en plafonds, publieksgangen die in elkaar overvloeien, muuruitsparingen en zichtlijnen… Ze spelen allemaal met de ruimtelijke perceptie van de bezoekers. Foto: © ZHA

 

De vier architectes waren allemaal zeer nauw verbonden met de wereld van de media. Jean Badovici wijdde in 1929 een volledig nummer van zijn tijdschrift L'Architecture Vivante aan Eileen Gray’s E.1027. Margarete Schütte-Lihotzky schreef haar eerste artikel al in 1921 ("Een aantal zaken over de inrichting van Oostenrijkse huizen, met speciale verwijzing naar de ‘Settlement’-gebouwen. Silezisch Huis. Uitgave 8. Breslau 1921”). Ze was ook later actief in de uitgeverswereld, vooral in de jaren 1950. Lina Bo Bardi werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog als grafisch ontwerpster en journaliste en nam in 1943 zelfs de functie van hoofdredacteur van het architectuurtijdschrift Domus op zich. Zaha Hadid, tot slot, was een mediaster, en dat niet alleen vanwege haar buitengewone hoek- en randloze architectuur, maar ook vanwege zichzelf, tot op vandaag.

 

Dit artikel is een bewerkte vertaling door Jan Hoffman geschreven door Barbara Jahn.

Sporen nalaten in een mannenwereld
Terug naar overzicht

A@W Newsletter

Blijf op de hoogte door u op onze maandelijkse newsletter te abonneren!

>> Abonneren

Geïnteresseerd in visibiliteit in onze newsletter?

>> Klik hier! 

In samenwerking met

 

 

 

 

 

Design & Plan

Mediapartner

Media